Zodra de computerbeheerder het webtoegangsfilter heeft ingesteld moet elke computergebruiker zich identificeren met een gebruikersnaam en wachtwoord als hij/zij gebruik wil maken van internet.
Als een gebruiker een sessie opstart, en dus wachtwoord en gebruikersnaam opgeeft, kan hij normaal surfen, maar de toegang tot websites die in het filter zijn opgenomen, is niet mogelijk.
Elke keer als een gebruiker een internetsessie afsluit, moeten de volgende stappen worden gevolgd:
Klik met de rechtermuisknop op het programmapictogram.
Selecteer de optie Log uit van internet.
Als een andere gebruiker hierna internet wil gebruiken, wordt hem/haar gevraagd zijn/haar wachtwoord en gebruikersnaam in te vullen.